Skip to main content

Kantoorklachtenregeling

Kantoorklachtenregeling Cloots Advocatuur

In artikel 6.28 van de Verordening op de advocatuur is geregeld dat advocaten een kantoorklachtenregeling moeten voorzien. In deze regeling is vastgesteld welke procedure en werkwijze er zal worden gevolgd wanneer een cliënt een klacht heeft.

Het kunnen klachten betreffende de totstandkoming en uitvoering van de overeenkomst van opdracht zijn of een klacht ten aanzien van de kwaliteit van de dienstverlening of aangaande de hoogte van een declaratie.

Toepassingsbereik

Deze kantoorklachtenregeling is van toepassing op iedere overeenkomst van opdracht tussen Cloots Advocatuur en de cliënt.

Kennisgeving klachtenregeling

Deze kantoorklachtenregeling is openbaar gemaakt op de website www.clootsadvocatuur.nl. Mr. D.W.L. (Danielle) Cloots wijst de cliënt voor het aangaan van de overeenkomst van opdracht erop dat het kantoor een kantoorklachtenregeling hanteert en dat deze van toepassing is op de dienstverlening.

Doelstellingen

Deze kantoorklachtenregeling heeft tot doel:

a. het vastleggen van een procedure om klachten van cliënten binnen een redelijke termijn op constructieve wijze af te handelen;

b. het vastleggen van een procedure om de oorzaken van klachten van cliënten vast te stellen;

c. behoud en verbetering van bestaande relaties;

e. verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening met behulp van klachtbehandeling en klachtanalyse.

Traject na een klacht

Wanneer er een klacht is ontvangen zal mr. D.W.L. (Danielle) Cloots deze klacht afhandelen. Na ontvangst van de klacht zal binnen twee weken contact worden opgenomen. Het streven is altijd om tot een constructieve oplossing te komen. De klager zal altijd in de gelegenheid worden gesteld een toelichting te geven op de klacht. De inhoudelijke reactie op de klacht zal plaatsvinden binnen vier weken en zal schriftelijk worden onderbouwd. Aan de klager is geen vergoeding verschuldigd voor de kosten van de behandeling van de klacht. Klachten die na behandeling niet zijn opgelost kunnen worden voorgelegd aan de bevoegde rechter.