Skip to main content

Van gezamenlijk gezag naar éénoudergezag

Het uitgangspunt is dat beide ouders ook na het uiteengaan gezamenlijk gezag over de kinderen blijven uitoefenen. Dat wil zeggen dat belangrijke beslissingen zoals over bijvoorbeeld de schoolkeuze door beide ouders worden gemaakt in onderling overleg.

Wanneer dit niet lukt kan de rechter op basis van artikel 1:253 n van het Burgerlijk Wetboek (BW) op verzoek van de niet met elkaar gehuwde ouders of van een van hen het gezamenlijk gezag beëindigen. Dit kan wanneer de omstandigheden zijn gewijzigd of wanneer bij het nemen van de beslissing op grond waarvan het gezamenlijk gezag is ontstaan van onjuiste of onvolledige gegevens is uitgegaan.

Een rechter kan bepalen dat het gezag over een kind nog slechts aan één van hen toekomst als:

  • er een onaanvaardbaar risico is dat het kind klem of verloren zou raken tussen de ouders en niet te verwachten is dat hierin binnen afzienbare tijd voldoende verbetering zou komen
  • wijziging van het gezag anderszins in het belang van het kind noodzakelijk is.

In een recente uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is op 23 april jl. geoordeeld dat het gezag enkel nog door de vader mag worden uitgeoefend. De overwegingen waren hierbij als volgt*:

“Ook in hoger beroep is gebleken dat de ouders geen enkel contact met elkaar hebben en op geen enkele wijze samen kunnen afwegen wat in het belang is van [de minderjarige] . Ook de ondertoezichtstelling heeft er niet toe geleid dat de communicatie tussen de ouders is verbeterd. Het traject ouderschapsbegeleiding is niet van de grond gekomen.

Gebleken is dat [de minderjarige] getraumatiseerd is door dingen die bij de moeder thuis hebben plaatsgevonden. Het lukt de moeder niet om te erkennen dat [de minderjarige] bepaalde gebeurtenissen als traumatiserend heeft ervaren en naar haar eigen aandeel daarin te kijken. [de minderjarige] heeft door wat er is gebeurd therapie en rust nodig. Het zal [de minderjarige] rust geven als hij weet dat zijn moeder niet meer hoeft mee te beslissen over hem. Daardoor kan hij beter toekomen aan zijn traumaverwerking. Ook heeft het hof er geen vertrouwen in dat de moeder, net als in het verleden, toch niet weer opnieuw begint met het bekritiseren van de voor [de minderjarige] zo benodigde therapieën. Vanuit het perspectief van [de minderjarige] is het daarom beter om het gezag alleen bij de vader neer te leggen.’’

Wanneer er problemen zijn rondom de gezamenlijke uitoefening van het gezag is het goed om tijdig hulp te zoeken en advies in te winnen. Ik kan u hierbij helpen. Contacteer mij gerust voor een vrijblijvend gesprek.

*https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:GHARL:2024:2774

 

Laatste berichten

In een gerechtelijke procedure kan om ontslag van een executeur verzocht worden, of tot een benoeming van een executeur worden verzocht wanneer er …